Niet Radicale Islam – Novini

Niet radicale islam maar goudkoorts bedreigt stabiliteit Indonesië


Novini, door Marjolein van Pagee, 30 mei 2018

Door de zelfmoordaanslagen in Surabaya [in mei 2018] kreeg Indonesië weer even wereldwijde aandacht. In diverse Nederlandse media was te lezen over de vrees van het Westen dat IS, na verslagen te zijn in het Midden-Oosten, de activiteiten naar Zuidoost-Azië aan het verplaatsen is. De nieuwe geweldsgolf op Java zou daar een bewijs van zijn. In dat narratief is het haast vanzelfsprekend dat Amerikaanse en Australische inlichtingendiensten ondersteuning bieden in de strijd tegen terrorisme.

Dit was ook zo na de bomaanslagen op Bali in 2002, waarbij veel Australische toeristen omkwamen. In de jaren die volgden werden de Indonesische autoriteiten bijgestaan door Australische en Amerikaanse inlichtingendiensten om de betreffende terreurgroep op te rollen. Op de Filipijnen hetzelfde verhaal: voor de herovering van Marawi heeft president Duterte eveneens de hulp van de VS geaccepteerd: “Amerikaanse en Australische vliegtuigen assisteren bij het opsporen van de jihadisten en Amerikaanse commando’s helpen op de grond met adviezen.” Zover gaat de inmenging in Indonesië niet, alhoewel, meteen na de aanslagen in Surabaya was de CIA er als de kippen bij om via het eigen Amerikaanse mediakanaal ‘CNN Indonesia’ assistentie aan de te bieden bij: “het ontmantelen van terroristische [netwerken], inclusief de jacht op de daders en de breinen achter deze terroristische acties.

Voordat we deze ongevraagde assistentie meteen als een daad van onbaatzuchtige barmhartigheid beschouwen, is het cruciaal om de werkelijke geopolitieke belangen, en de geschiedenis daarvan, helder voor ogen te hebben.

Het punt is dat IS niet het enige gevaar vormt voor de nationale veiligheid van Indonesiërs. De kapers op de Indonesische (goud)kust komen niet zozeer uit het Midden-Oosten maar o.a. uit Phoenix Arizona waar het hoofdkantoor van het mijnbedrijf ‘Freeport McMoRan’ gevestigd is. Een Amerikaanse multinational dat door het delven van goud op West-Papua onvoorstelbaar grote miljardenwinsten heeft geboekt. De Indonesische president Joko Widodo (in de volksmond Jokowi) wil dit bedrijf nu gedeeltelijk nationaliseren. Het Amerikaanse Freeport is overigens gelieerd aan het Brits-Australische ‘Rio Tinto’. Terwijl de Amerikanen zich 60% van de goudberg op West-Papua hebben toegeëigend, wordt de overige 40% door de Australiërs en Britten beheerd.

Het heeft er alle schijn van dat de echte ‘piraten’ slechts handig gebruik maken van de angst en de chaos die IS-geïnspireerde aanslagen veroorzaken. Onder het mom van de strijd tegen terrorisme hebben ze zich met hun inlichtingendiensten, op slinkse wijze toegang verschaft.

Moslims versus niet-Moslims?

Zoals altijd spelen de media een belangrijke rol. Wat opvalt is dat Westerse media (in Nederland met name de Volkskrant, NOS en NRC) ons al een tijdje willen laten geloven dat het niet lang meer duurt voordat Indonesië een moslimstaat wordt. Dus een situatie waarbij de 87% moslims de andere vijf religies (waaronder 10% Christenen) in een sektarische strijd overwinnen en het motto van de Republiek ‘Eenheid in diversiteit’ aanpassen. Voor de meeste Indonesiërs is dit ondenkbaar.

Dat neemt niet weg dat er sprake is van zichtbare beïnvloeding door het fundamentalistische Wahabisme dat uit Saoedi Arabië komt. De Indonesische liberale interpretatie van de Islam staat ontegenzeggelijk onder druk. Maar het in het Westen circulerende idee dat Indonesië ongeveer op het punt staat de sharia-wetgeving in te voeren is voor de meeste van mijn Indonesische vrienden totaal absurd.

Zo kopte NRC vorige week plompverloren: “20 jaar na de val van Soeharto is het moslims versus niet-moslims in Indonesië.” Inderdaad was het precies twintig jaar geleden dat er een eind kwam aan het autoritaire regime van de Indonesische president Soeharto die vanaf 1965 tot 1998 het land met harde hand bestuurde. Echter, ook al waren de aanslagen in de havenstad Surabaya deels gericht tegen kerken (maar ook de politie) iedereen die de stad wel eens bezoekt weet dat daar geen felle geloofsstrijd aan de gang is.

Prabowo’s flirt met moslimfundamentalisme

Niets is wat het lijkt. In werkelijkheid is er een machtsstrijd gaande die weinig met geloof maar alles met keiharde dollars en geopolitieke belangen te maken heeft. Dit gaat verder dan binnenlandse geloofsperikelen en de dreiging van terroristen en hun zo gevreesde kalifaat. Cruciaal zijn de Indonesische verkiezingen van volgend jaar [2019]. De rivaliteit tussen de twee belangrijkste politieke tegenstanders gaat over de internationale allianties die zij aangaan: van het opkomende China/Rusland tegenover de tanende macht van de VS. Het is algemeen bekend dat China een steeds grotere invloed heeft op de regio en het is ook duidelijk dat Washington dit al jaren zorgen baart.

Jokowi’s opponent Prabowo, (niet geheel toevallig ex-schoonzoon van dictator Soeharto die in 1965 met Westerse steun in het zadel was geholpen) is openlijk anti-China en als het erop aankomt kiest hij ervoor om Amerikaanse belangen te verdedigen.

Prabowo speelt een zeer dubieuze rol en heeft zich in het verleden als opportunistisch, machtsziek en uiterst gewelddadig getoond. Hij wordt onder andere beschuldigd van grove mensenrechtenschendingen op Oost-Timor en West-Papua. Op het hoogtepunt van het (oorspronkelijk prowesterse) regime ging Prabowo in het leger, schopte het uiteindelijk tot generaal, trouwde in 1983 met de dochter van Soeharto en kwam zo dichtbij het centrum van de macht. Tijdens de studentenopstanden in 1998 heeft hij echter zijn troepen zodanig opgehitst dat dit resulteerde in massageweld waarbij studenten werden ontvoerd en zelfs vermoord. Daarnaast werden met name Chinezen slachtoffer. Prabowo’s medeplichtigheid in de ontsporing van geweld tijdens de opstand die zou leiden tot het aftreden van zijn schoonvader, zorgde er ook voor dat laatstgenoemde het contact met zijn schoonzoon verbrak. Het is nooit meer goed gekomen tussen die twee. Ook zijn huwelijk met de dochter liep in dat jaar op de klippen. Prabowo werd uit het leger ontslagen. Saillant detail: vanaf dat moment weigerden ook de VS hem toegang. Voor een aantal jaar week hij uit naar Jordanië, vestigde zich als zakenman en keerde vanaf 2004 in de Indonesische politiek terug.

Dat de VS in hun buitenlandbeleid erg selectief om mensenrechten geven, is evident. Het brengen van vrijheid en democratie is allang een holle frase gebleken. En als Prabowo iets met hen gemeen heeft is het wel opportunisme: het ontbreken van principes als het eigenbelang gediend moet worden. Ideologieën (of het nu democratie of islam is) zijn slechts interessant als manier om de massa’s te binden. Dit komt onder andere tot uiting in zijn steun voor fundamentalistische moslimgroepen die democratische waarden niet bepaald hoog hebben staan. De van huis uit christelijke Prabowo, die zich pas op latere leeftijd tot de Islam bekeerde, heeft geen enkele moeite met de meest militante groep van allemaal: de FPI (Front ter Verdediging van de Islam). De leider van deze club, die overigens net als Prabowo geweld niet schuwt, vluchtte een jaar geleden nog uit angst voor vervolging naar Saoedi-Arabië, waar hij eerder in de jaren ’90 cum laude was afgestudeerd. De FPI betuigt openlijk steun aan IS-leider Abu Bakr al-Baghdadi en andere aftakkingen van Al-Qaida. Ook togen ze vorig jaar massaal de straat op om de veroordeling van de Chinese en christelijke gouverneur Ahok te eisen. Illustratief is dat zijn uiteindelijke veroordeling voor veel Nederlanders het bewijs was dat de radicale islam dé bedreiging vormt voor het leefklimaat in de “voormalige kolonie” met zijn exotische stranden waar we maar al te graag ons biertje willen blijven drinken. Terwijl het in werkelijkheid dus weinig met geloof maar alles met politiek te maken heeft.

Nieuwe allianties

De huidige president Jokowi, op zijn beurt, vaart een andere koers en het is te gemakkelijk om zijn buitenlandbeleid slechts als nationalistisch af te doen. De toenemende protectionistische wetgeving die onder zijn bewind werd doorgevoerd, en waar Westerse bedrijven steen en been over klagen, maakt tegelijkertijd een reeks niet-Westerse zakendeals mogelijk. Zo deed Indonesië vorig jaar nog een bestelling bij de Russen van in totaal negentien Soechoj gevechtsvliegtuigen. Een deal waarbij Indonesië voor 50% in natura (koffie, tabak, palmolie enz.) mag betalen, iets waar Westerse multinationals met hun Wereldbank nooit mee zouden instemmen. Ook zijn de Russen bereid hun kennis en expertise te delen zodat Indonesië de onderdelen zelf kan gaan fabriceren. Hoe reageerden de VS op dit nieuws? Jawel, door Indonesië prompt vierentwintig gevechtsvliegtuigen cadeau te doen. Net als het genereuze aanbod om te helpen met terreurbestrijding komt deze daad van ogenschijnlijke barmhartigheid toch in een heel ander licht te staan als we hier het principe van ‘follow the money’ toepassen.

De Nederlandse geschiedenis van goud op Papua

De spil in dit verhaal is de grootste goudmijn ter wereld die niet geheel toevallig de Nederlandse naam ‘Grasberg’ draagt en op het afgelegen West-Papua ligt. Inderdaad, exact het gebied dat Nederland tot in 1963 niet op wilde geven, ook al hadden we eerder in 1949 de Indonesische onafhankelijkheid aanvaard.

Het narratief dat ons jarenlang is voorgehouden is dat wij ons dan misschien paternalistisch koloniaal opstelden maar dat we toch oprecht begaan waren met het lot van de lokale bevolking die niet bij Jakarta wilde horen. Ook nu nog, op die zeldzame momenten als er eens over West-Papua wordt bericht, gaat het altijd over hun terechte vrijheidswens versus Indonesische mensenrechtenschendingen. In de Nederlandse versie van dit verhaal is Indonesië de nieuwe koloniaal en Amerika de neutrale bemiddelaar die ons tot inkeer bracht.

Niets is minder waar. In werkelijkheid is Nederland, die alleen maar raad wist met kolonialisme ‘oude stijl’ op een geraffineerde manier buiten spel gezet door de Amerikaanse ‘nieuwe stijl’ van koloniseren. Beiden ging het om het ‘El Dorado’ de Grasberg, en eerder de Ertsberg die inmiddels al tot op de bodem is uitgegraven. Kortom: het motief voor de Nederlandse claim op West-Papua was niet humanitair maar primair goud en olie.

Het ontoegankelijke berggebied werd in 1936, vlak voor de Tweede Wereldoorlog, door de Nederlandse geoloog Jean Jacques Dozy in kaart gebracht. De uitzonderlijk hoge concentratie goud en andere waardevolle olievondsten werden bewust geheim gehouden, bang als men was voor Nazi-Duitsland en Japan, waarvan eind jaren ’30 al een dreiging uitging. Vanaf 1945 gooide de Indonesische onafhankelijkheidsverklaring roet in het eten. Overigens konden de Nederlanders niet om de Amerikanen heen, aangezien de Nederlandsche Nieuw Guinea Petroleum Maatschappij (NNPGM) voor 60% in Amerikaanse handen was, direct gelinkt aan de befaamde Rockefellers die later Freeport zouden opzetten. Als gevolg van de geheimhouding waren slechts enkele Nederlandse en Amerikaanse regeringsfunctionarissen op de hoogte van het nog te ontginnen ‘El Dorado’. Zelfs Indonesië’s eerste president Sukarno en John F. Kennedy, die elkaar wel mochten, hadden geen idee. Pas toen Soeharto met wat hulp van Washington stevig in het zadel zat en Sukarno buiten spel was gezet ging Freeport op Papua aan de slag.

In de recente publicatie ‘The Incubus of Intervention’ (2015) doet de Australische historicus Greg Poulgrain uitgebreid uit de doeken op welke slinkse manier deze interventie in zijn werk is gegaan en hoe cruciaal de rol van CIA-directeur Allen Dulles hierin was.

Volgens Poulgrain redeneerde ‘mastermind’ Dulles dat het voor Amerikaanse bedrijven onmogelijk was om toegang tot Papua te krijgen als het een onafhankelijk land zou zijn los van Indonesië (omdat laatstgenoemde dat als een vijandige actie zou interpreteren en Sukarno meteen de neokoloniale agenda erachter zou zien) de Nederlanders waren volgens hem sowieso kansloos met hun kolonialisme ‘oude stijl’, en in het geval Papua wel bij Indonesië zou worden ingelijfd, dan zouden de Amerikanen nog steeds geen toegang tot dat gebied krijgen met de anti-imperialistische Sukarno aan het roer. Vandaar dat Dulles aandrong op inlijving van Papua maar mét een regime change.

“l’Histoire se répète”

Hoe vertaalt zich dit naar de huidige situatie? Paradoxaal genoeg wordt Jokowi in Westerse media een stuk positiever neergezet dan Sukarno destijds. Toch spelen ze vanuit historisch perspectief een vergelijkbare rol. Interessant is dat de eerst zo bejubelde Soeharto inmiddels uit de gratie is gevallen, we herinneren hem nu vooral als dictator die verantwoordelijk was voor de slachtpartij op communisten. Toch speelt Prabowo op dit moment een haast identieke rol als zijn eveneens opportunistische ex-schoonpapa. In de tweede helft van de jaren vijftig was Sukarno zich ook, net als Jokowi nu, op China, Rusland en andere niet-Westerse allianties aan het oriënteren. Vlak voor de coup van 1965 werden enkele Britse en Amerikaanse bedrijven gedwongen genationaliseerd.

Dat de Amerikaanse kapers op de Indonesische (goud)kust het anno 2018 niet kunnen uitstaan dat Jokowi nu hetzelfde probeert, is niet verwonderlijk aangezien de omzet van Freeport McMoRan in 2017 een slordige 16 miljard dollar bedroeg. In de top 500 van meest invloedrijkste Amerikaanse multinationals staat het bedrijf maar liefst op nummer 175.

Juist deze vette melkkoe wordt bedreigd met nationalisatie doordat Indonesië vorige jaar bekend maakte dat ze bovenop de oorspronkelijke 9% vanaf nu 51% aandeel eisen. Freeport McMoRan, en het verwante Rio Tinto, accepteren dit niet en willen geld zien. De Amerikaanse Vicepresident Mike Pence vloog er speciaal voor naar Jakarta om eens een hartig woordje met Jokowi te spreken. Miljardair Carl Icahn, een van de grootste aandeelhouders in Freeport en tevens adviseur van Trump, beschuldigde Indonesië zelfs van “vals spelen” en zei het als een belediging op te vatten dat een contract, dat officieel pas in 2021 afloopt, zomaar ter discussie werd gesteld.

En wat was de reactie van Prabowo? Onbeschaamd benadrukte hij dat Indonesië in het verleden zoveel te danken had aan de VS: “We moeten degenen [de Amerikanen] respecteren die ons ooit hebben geholpen. Hopelijk is er een oplossing waarbij iedereen wint, de belangen van de Republiek moeten worden afgewogen tegen de belangen van de investeerders.”

Nu is deze situatie op wereldniveau niet uniek. In Zuid-Amerika, waar Freeport McMoRan ook actief is, proberen overheden eveneens meer grip te krijgen op de kapitalistische graaicultuur die vooral de 1% in de VS ten goede komt. Het is dan ook typerend dat de New York Times deze tendens slechts afdoet als kansloos nationalistisch gedoe waar de landen zelf uiteindelijk de dupe van zullen worden.

De wereldmacht van de VS mag dan tanende zijn, een kat in het nauw maakt rare sprongen. Als je de trucjes van de VS een beetje kent dan weet je dat als zij linksom geen toegang krijgen, ze het rechtsom zullen regelen.

Kortom: in het uitzonderlijke geval dat Indonesië in de toekomst een moslimstaat wordt, dan zal dat niet zijn omdat de 87% Indonesische moslims dat zo graag wil, maar allereerst omdat militante groeperingen, zoals de FPI, politiek worden ingezet voor opportunistische doeleinden.  Laat we ons daar maar eens op bezinnen als de CIA landen als Indonesië aanbiedt te helpen met het opsporen van terroristische netwerken.