Indonesisch nikkel is vandaag wat specerijen waren voor de VOC
The Jakarta Post, 14 augustus 2023, tekst: Marjolein van Pagee
Read here in English: https://marjoleinvanpagee.nl/en/nikkel-zaak-the-jakarta-post/
Drie jaar geleden was ik fel tegen het staatsbezoek van koning Willem-Alexander aan Indonesië. In een opiniestuk voor deze krant betoogde ik dat het westerse koloniale rijk nooit echt is gevallen en dat kolonialisme in de oude stijl alleen is omgevormd tot een nieuwe stijl van neokolonialisme. Als voorbeeld van de aanhoudende hebzucht van het Westen noemde ik het Europese verzet tegen het exportverbod op onbewerkt nikkel dat toen net was ingevoerd, een zaak die nog moet worden opgelost.
Vaak wordt kolonialisme in verband gebracht met geweld. Maar alleen focussen op geweld is misleidend omdat het de oorzaken van geweld negeert. Europese kolonisten begingen niet zomaar wreedheden, ze waren ergens naar op zoek. De bron van al dat geweld was de zoektocht naar grondstoffen. De Europeanen wilden een monopolie over deze grondstoffen zonder ruil of gelijke winst. Uiteraard stemde niemand vrijwillig in met deze eenzijdige en onaantrekkelijke “deals”. Daarom gebruikten Europese kolonisten geweld om toch te krijgen wat ze wilden. Om deze roof, die werd gepresenteerd als “handel”, te rechtvaardigen en te normaliseren, werden wetten en regels in het leven geroepen. Gekoloniseerde mensen over de hele wereld werden gelokt en misleid om verdragen te ondertekenen, zodat de kolonisator bij problemen kon zeggen: “Ik moet je straffen, want je houdt je niet aan de regels die we hebben opgesteld.”
Voordat grof geweld werd toegepast, leidde de interesse van de kolonialen in grondstoffen ertoe dat ze probeerden deze middelen tegen extreem lage prijzen te krijgen door middel van overeenkomsten te sluiten met de lokale bevolking, die werden vastgelegd op papier. Pas nadat ze op weerstand stuitten, werden wreedheden begaan. Geweld is altijd een bijproduct geweest, nooit het doel op zich. De basis van het kolonialisme ligt in de bereidheid om alle middelen te gebruiken die nodig zijn om de zelfzuchtige hebzucht te bevredigen.
Deze hebzucht is nooit gestopt. Nikkel is tegenwoordig wat specerijen waren voor de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Nadat Indonesië in 1945 onafhankelijk werd verlieten Nederlandse militairen (op uitzondering van West-Papua) de archipel in 1949. Hoewel dit misschien veelbelovend leek, was het niet de val van het empire. Vanaf de jaren vijftig veranderde het westerse kolonialisme ‘oude stijl’ (directe bezetting) in kolonialisme ‘nieuwe stijl’ (indirecte heerschappij). Dit nam de vorm aan van Amerikaans imperialisme en hun militaire interventies, gesteund door West-Europese landen als Nederland.
Toen de Wereldhandelsorganisatie vorig jaar in het voordeel van de Europese Unie besliste in de nikkelzaak, merkte president Joko “Jokowi” Widodo terecht op: “In het VOC-tijdperk was er dwangarbeid en gedwongen teelt, tegenwoordig is er gedwongen export.” Het nikkelgeschil tussen de EU en Indonesië is onlangs een nieuwe fase ingegaan. Er dreigt een handelsoorlog. Afgelopen juli lanceerde de EU een raadpleging van belanghebbenden, voornamelijk Europese bedrijven die door het verbod worden getroffen, over de vraag of zij tegenmaatregelen tegen Indonesië moeten nemen. De raadpleging loopt volgende maand af.
Omdat Nederland ook in de Indonesische economie investeert, en tevens onderdeel is van de EU, stuurde ik een e-mail naar het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken. Ik wilde hun standpunt over deze kwestie weten, wat tot nu toe onduidelijk was gebleven. Op de website van het ministerie en in de Nederlandse media wordt nauwelijks aandacht besteed aan het nikkelgeschil. In de zeer uitzonderlijke gevallen waarin Nederlandse journalisten aandacht aan de kwestie besteedden, wordt Indonesië afgeschilderd als een milieuvervuilend en op winstbejag en machtsbelust land. Ironisch genoeg precies het beeld van de kolonisator zelf.
Het was niet zo dat de Nederlands-Indonesische betrekkingen helemaal geen aandacht hebben gerkregen. Integendeel, het staatsbezoek van de Koning aan Indonesië in maart 2020 kreeg veel media-aandacht. Een ander belangrijk moment was de presentatie van de resultaten van het door de Nederlandse overheid gesponsorde onderzoek naar geweld, in februari 2022, en de daaropvolgende excuses van premier Mark Rutte. In deze gevallen werd de indruk gewekt dat de relatie tussen onze twee landen prima is. De dominante boodschap was dat wij Nederlanders veranderd zijn, klaar om verder te gaan.
Maar zoals de nikkelzaak laat zien, is niets minder waar. Ondanks alle mooie woorden zijn mijn landgenoten, en vooral de overheid, nog even koloniaal als altijd. Dit werd afgelopen juni nog versterkt toen Rutte deed alsof hij 1945 erkende als het jaar van de onafhankelijkheid van Indonesië. Het bleek een keiharde leugen, de regering voegde er later aan toe dat het geen wettelijke erkenning was, en dat Nederland nog steeds vasthoudt aan 1949.
Ondertussen zwijgt iedereen [hier in Nederland] over de nikkelkwestie. Was dat omdat het zou onthullen dat al deze excuses slechts loze woorden waren? De woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken beantwoordde mijn vraag door te zeggen dat Nederland op dezelfde golflengte zat als de EU met betrekking tot de nikkelzaak. Het antwoord klonk in feite als: ‘Indonesië houdt zich niet aan de regels’. Maar welke regels? De onrechtvaardige regels van de kolonisator? Met ‘straf’ en tegenmaatregelen voor het niet dienen van de Westerse belangen?
Interessant is dat andere Aziatische landen geen probleem lijken te hebben met het nikkelverbod. Voor de Indonesische economie heeft het verbod het gewenste effect. Afgelopen juni publiceerde het Internationaal Monetair Fonds een rapport over de Indonesische economie, waarin staat dat er inmiddels 11 nikkelsmelterijen zijn gerealiseerd en dat er nog 19 gepland staan. Buitenlandse bedrijven investeerden dat jaar 22 miljard dollar in de Indonesische economie en de export van nikkel steeg van 4,5 miljard dollar in 2019 tot 19,6 miljard dollar in 2022. Meer dan 80 procent van de export van geraffineerd nikkel uit Indonesië ging naar China. Eind juli keerde Jokowi terug van een tweedaags bezoek aan China met miljarden dollars aan investeringen.
Veel voormalig gekoloniseerde landen in Zuidoost-Azië, Afrika en Zuid-Amerika willen de Europese en Amerikaanse industrieën niet langer voorzien van onbewerkte grondstoffen zonder daar zelf veel aan over te houden.
Zo wordt de recente staatsgreep in Niger in verband gebracht met de grote uraniumreserves van het land, waar de Fransen graag toegang toe willen houden. In april kondigde de Chileense president Gabriel Boric de nationalisatie van de lithiumindustrie aan. Bovendien schaffen veel Aziatische landen, zoals India, Zuid-Korea en Indonesië, de Amerikaanse dollar af als hun standaardvaluta en wisselen deze in voor hun eigen lokale valuta.
Hoewel ik geloof dat het koloniale rijk nooit is gevallen, denk ik wel dat we het begin van de ondergang zien. Het oude Europa verliest zijn grip. De WTO-zaak toont de frustratie van de EU over de nieuwe, multipolaire wereldorde die in opkomst is.
We zijn eerder op dit punt in de geschiedenis geweest. In de jaren vijftig was het Sukarno die de anti-imperialistische, ‘non-alignment-beweging’ leidde die een multipolaire wereld voor ogen had. Voor deze verzetsdaad, die de koloniale belangen schaadde, werd hij in 1965 ‘gestraft’ met een poging tot staatsgreep die resulteerde in zijn ontslag als president.
Misschien is het deze keer anders. Het lijkt erop dat het Westen niet langer de macht heeft om de regels voor de rest van de wereld te bepalen.
—